Lopen met een rugzak. Waarom zou je!? Na een uurtje of wat voelt je rugzak als een enorme ballast, snijden de banden in je schouders en vertonen je heupen de eerste wrijvingsplekken. Zoeken naar de ideale rugzakpositie wordt een onmogelijke taak. Wat trekt zo veel mensen aan om toch een rugzak om te hangen en op pad te gaan? Hebben zij dan geen pijntjes? Zeker wel! Maar het gevoel van vrijheid om te stoppen waar het mooi is, de traagheid van het wandelen waarbij het landschap in al zijn details voorbijschuift, en het gevoel dat je als rugzakloper van niemand afhankelijk bent, maken de eerste pijntjes meer dan goed. De doorzetters weten: de pijn verdwijnt, de rugzak wordt na verloop van tijd een onderdeel van je lichaam en een niet meer dan logisch onderdeel van je tocht. Je hebt je vrijheid verdiend.
Mijn eerste keer lopen met een rugzak is alweer 32 jaar geleden. In de Ardennen, eind december en met een groep uitstekend getrainde militairen waarbij ik me als student in alle bravoure had aangesloten. Een tent was niet nodig want we zouden in een zelfgemaakt onderkomen slapen. Geen punt, want ik had toch geen tent. Scheelde gelijk weer een paar kilo in mijn toch al overbeladen rugzak, want alle spullen die ik ‘voor de zekerheid’ had ingepakt, maakten dat mijn rugzak zelfs zonder eten al meer dan 20 kilo woog … Enorm afgezien deze dagen en heel veel geleerd. Ondanks alle ontberingen was een passie ontwaakt die tot vandaag voortleeft.
Er is wel veel veranderd. De Berghaus Vulcan van 100 liter heeft plaatsgemaakt voor een Osprey rugzak van nog geen 40 liter. Veel spulletjes die ik ‘voor de zekerheid’ meenam, blijven nu thuis. Mijn zware Meindl C-klasse schoenen zijn vervangen door lichte wandelschoenen en de volumineuze kampeerspullen hebben plaatsgemaakt voor lichtgewicht en compact materiaal. Maar! De passie is hetzelfde gebleven.
In Nederland heb ik alles wel gelopen wat ons land aan LAW (Lange Afstands Wandelpaden) te bieden heeft (met uitzondering van de Randstad, want dat trekt me niet). Prachtig om te ervaren hoe op één dag het dialect en het landschap meerdere keren veranderen. Toch trekt Nederland me als wandelland tegenwoordig minder (maar als fietsland des te meer). Rugzaklopen is voor mij tegenwoordig het mooiste als ik op plekken ben waar geen fiets kan komen en waar de horizon eindeloos ver lijkt. Engeland, Schotland, Wales en Ierland zijn met stip het ideale decor voor een meerdaagse tocht. Er zijn vele goed uitgezette routes en de rugzakloper wordt overal met open armen ontvangen.
Toch biedt Nederland heel veel verrassingen als je het opzoekt, of beter gezegd, laat gebeuren. Het is heerlijk om te struinen. Het principe is simpel. Je kiest een NTKC-terrein, trekt op de kaart een cirkel met de actieradius van gewenste afstand en je bepaalt je startpunt, dat kunnen eigenlijk alle plekken binnen deze cirkel zijn. Je zet je kompaskoers op het NTKC-terrein en je volgt de paden die in die richting lopen. Houd er wel rekening mee dat je nooit in een rechte lijn loopt. Ik gebruik zelf de verhouding 1:1,5. Dus 1 km rechte lijn op de kaart is 1,5 kilometer lopen als je de paden volgt. Op deze manier wandelen brengt je langs vele mooie plekjes en geeft ook vaak leuke en verrassende ontmoetingen.
Al die jaren van wandelen hebben me vele vriendschappen en onvergetelijke ervaringen opgeleverd. Steeds popt er wel weer een anekdote op. Die waren de fysieke ongemakken die het rugzaklopen ook kent, meer dan waard! Dit zelf ervaren hoort erbij, maar een aantal tips wil ik graag met je delen.
Je hebt veel minder nodig dan je denkt
Natuurlijk is het spannend om op pad te gaan en probeer je op alles voorbereid te zijn. Maar ervan uitgaande dat je eerste tocht geen meerdaagse in het Amazonegebied is, valt wat er kan gebeuren in werkelijkheid vaak erg mee en er zijn meer behulpzame mensen dan je denkt. En wat niet in je rugzak zit, hoef je ook niet te dragen.
Vooraf een keertje trainen kan geen kwaad
Voordat ik een meerdaagse tocht ga lopen, laat ik mijn lichaam wennen aan het gewicht van een rugzak. Simpelweg door mijn rugzak flink te verzwaren met dekens, kussens en petflessen gevuld met zand. Een paar avonden in de week vooraf een uurtje of twee per keer lopen zorgt er al voor dat je benen en voeten wat gewend zijn aan het gewicht. Je zult zien dat je minder last krijgt van schuurplekken op schouders en heupen.
Rugzaklopen is geen prestatietocht
Doordat je alles bij je hebt, heb je de vrijheid om te stoppen waar je wilt. Doe dit ook! Dit is juist de fun van het rugzaklopen. Een mooi en rustig plekje? Pak je brandertje en zet een kop koffie. Leun achterover tegen je rugzak en kijk om je heen. En mocht je door al het pauzeren je eindbestemming niet halen? Dan is er altijd wel een boer die je op een weiland laat kamperen. In mijn beleving is rugzaklopen geen prestatietocht, maar de ultieme manier om te reizen passend bij je eigen snelheid.
Maar pas op! Als je eenmaal het rugzaklopen hebt geproefd, ben je verkocht. Veel wandelplezier!’
Meer lezen over trektochten van Willem in Zuid-Limburg, Engeland en de Ardennen?
Zuid-Limburg: Zwerven in Zuid-Limburg, kan dat nog?
De Pennine Way in Engeland: Buitenspoor 1-2017, pp. 10-11
De Ardennen: Buitenspoor 2-2018, pp. 16-17
Gepubliceerd op 26 juni 2020
Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.
« Plekken waar zo min mogelijk mensen zijn (Sjoukje de Lange) - Thuis zijn waar je loopt (Elizabeth van Wensveen) »