De internationale federatie van kampeerclubs FICC had in 1939 besloten dat de NTKC aan de beurt was om de volgende jaarlijkse Rally te organiseren. Dat ging toen (1940) niet door, maar na de bevrijding nam de NTKC de organisatie alsnog op zich. De NTKC kreeg hiervoor beschikking over landgoed Groenendaal bij Heemstede. Het bestuur zette een organisatie op om alles voor te bereiden. De film toont mannen in knickerbockers, lurkend aan pijpen, die met dossiers onder de arm in de winter van 1946 door de sneeuw naar het landhuis baggeren. Daar werd op locatie het evenement goed doorgesproken.
De Rally vond plaats van 1 tot 10 augustus 1947 en was vanaf het begin bijna dagelijks wereldnieuws in Nederland. De landelijke en regionale pers waren permanent aanwezig en ook de radio en het bioscoopjournaal Polygoon kwamen opdraven. Dat mocht ook wel, want zo’n 2000 kampeerders uit 8 Europese landen stroomden die eerste augustus het kamp binnen. De Zwitsers kwamen met 20 auto’s bij Maastricht over de grens en werden daar door het gemeentebestuur ontvangen. De grootste delegatie kwam uit Frankrijk, zoals een spectaculaire colonne van 30 caravans. De Franse jeugdsectie kwam per fiets en werd vanaf de grens begeleid door NTKC’ers. De rest van de ruim 700 Franse kampeerders waren rugzakkers die deels met openbaar vervoer, deels via een in Nederland uitgezette voettocht de Rally bereikten. Voor de overtocht van de 233 Engelsen had de NTKC een boot gehuurd. Andere landen kwamen op eigen gelegenheid. Duitsland was de grote afwezige.
De opening was indrukwekkend. In aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders en onder de klanken van de volksliederen, gespeeld door de Heemsteedse Fanfare, hees elk land plechtig zijn nationale vlag. De deelnemers waren toen al verdeeld over vijf sub-kampen: rugzakkampeerders, fietsers, autokampeerders, caravanners en houtvuurstokers hadden ieder hun eigen terrein.
Er was een strakke taakverdeling. De spil die alles regelde was Jan Stoovelaar van de ANWB, een actief NTKC-lid. Hij organiseerde de drukbezochte winkelstraat met bakker, groenteboer, kruidenier, melkboer, slager, een tabakszaak en een souvenirwinkel. Allemaal middenstanders uit Heemstede. Daarnaast ook stands voor de PTT, een bankbedrijf en de ANWB. De NTKC stond er met het Toersecretariaat. Daar kon je je inschrijven voor excursies en ook de dagelijkse kampkrant de Rally-Gong, het traditionele wimpeltje, emblemen, speldjes en andere kampeercuriosa krijgen. Dagelijks kwam op de kampeervelden de plaatselijke schillenboer langs met paard en wagen. Voor water waren overal kranen aangebracht, laag bij de grond om te voorkomen dat kampeerders zich bij de kraan wasten. Verspreid tussen struiken stonden 50 tonnen als wc. Handige clubleden zwierven als klusjesmannen over het terrein, herkenbaar aan een Rally-1947-mouwband met A-Z erop. Dus op álles aanspreekbaar.
Het kamp bood overdag een verlaten aanblik – de deelnemers vulden hun rallydagen met georganiseerde uitstapjes. Door oude steden als Delft, Amsterdam en Alkmaar en de Zuiderzeestadjes zwierven grote groepen kampeerders, begeleid door hiervoor opgeleide NTKC’ers. Alleen al het vervoer per trein gaf chaotische taferelen op de perrons van Haarlem. De balie van het Toersecretariaat werd elke avond bestormd door ‘een kluwen reislustige kampeerders’, aldus het eindverslag. Na de Rally organiseerde de NTKC ook nog een meerdaagse boottocht op klipperschepen over het IJsselmeer en door Friesland. En 20 caravans namen nog deel aan een begeleide toer van enkele dagen door Nederland.
Hoogtepunten waren de grote kampvuren op Groenendaal aan het begin en einde van de Rally. Mede dankzij een beroemde kampvuurleider uit die dagen: Flip Wafelbakker. Zo eindigde de Rally met voldane gevoelens. Onbezonnen prognoses waren intern echter oorzaak van financiële tekorten waardoor alle reserves van de NTKC werden aangesproken. De club stond op de rand van een faillissement. Gelukkig sprong de ANWB voor urgente betalingen tijdelijk bij.
Ten slotte die film. Wie was eigenlijk opdrachtgever? Na de Rally bood de cineast Wil van Es de documentaire te koop aan. Maar de NTKC had geen geld en de ANWB geen belangstelling. Al gebruikten beide de film een paar jaar als propaganda voor kamperen. Later kon de NTKC deze alsnog verwerven tegen een vriendenprijsje. Clubleden vonden dat de cineast niet had begrepen waar het om ging. Zij zagen in hem ‘een knaap die met een filmtoestel rondscharrelde’. Met als resultaat dat het grootste deel van de 45 minuten durende film gaat over het toeristische Holland van 1947. Goed voor Beeld en Geluid. Maar ver van de romantiek van de echte kampeerder zittend voor zijn geliefde tentje.
Dit 8-jarige deelnemertje, Hans van Oostveen, werd van 1982 tot 1991 voorzitter van de NTKC
Jan Das, 2022
Meer over geschiedenis
Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.
« Eenpitter: CC-soep voor hitte en herfst - Het Clubbureau »