De afgelopen decennia is de tekendruk in Nederland en daarmee ook op onze kampeerterreinen fors gestegen. Een van de voor mensen besmettelijke ziektes die teken over kunnen brengen, is de ziekte van Lyme. Besmette teken (ca. 10% van de NL-tekenpopulatie) vormen dan ook een gezondheidsrisico voor mensen die in de natuur werken of recreëren. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met Wageningen UR zoekt naar manieren om de populatie (besmette) teken te beheersen, met name op plaatsen waar mensen veelvuldig in natuur verblijven, zoals op kampeerterreinen.
Uit diverse proeven in binnen- en buitenland blijkt, dat het weren van grote (wilde) hoefdieren zoals reeën ervoor zorgt dat de tekendruk in een afgebakend gebied aanzienlijk afneemt. Doordat de vrouwelijke teken geen gastheer meer vinden voor hun bloedmaaltijd, nodig voor het produceren van eitjes, daalt het aantal teken. De veronderstelling is, dat daarmee ook het risico op overdracht van bijvoorbeeld de ziekte van Lyme afneemt.
Het onderzoek en de werkzaamheden starten in 2019, de afronding is gepland voor 2023. De Valkenbelt en Roggebot worden afgerasterd (ca. 1,80 m hoog, grofmazig, alleen reeën uitsluiten van de terreinen) in respectievelijk 2019 en 2020 en voorzien van een reewerend toegangshek, al dan niet in combinatie met een wildrooster. RIVM en WUR monitoren de tekenpopulatie gedurende twee tot drie jaren. Ook zullen zij kampeerders bevragen voor hun onderzoek.
In deze video geven projectleider en entomoloog Marieta Braks (RIVM), Albert Fien (Hoofdbestuur NTKC) en Ben Huve (NTKC, afdeling Oost) uitleg bij het waarom en hoe van het project MIN-TEKEN.
Achtergrond
Veel NTKC-terreinen hebben een voor teken ideale biotoop: bosachtig, lage begroeiing, vochtig, hoog gras en tussengastheren voor elk stadium van de tekencyclus. Geen wonder dus, dat deze spinachtigen er zo goed gedijen.
Teken hebben een cyclus van zo’n 3 jaar. Daarin veranderen ze van ei tot larve tot nimf tot volwassen teek. Voor elke fase is een bloedmaaltijd nodig die een paar dagen duurt. De volwassen vrouwtjesteken hebben bloed nodig om eitjes te produceren voor de volgende generatie. Reeën zijn in deze laatste fase de belangrijkste gastheer.
Figuur 1. Tekencyclus en gastheren. De grootte van de dieren is een maat voor hun relatieve belang voor de verschillende tekenstadia in een bosachtige omgeving.
Bron: Schematische voorstelling door Dr. Jeremy Gray en Bernard Kaye
Doel van de tekenbestrijding op kampeerterreinen (en andere natuur met recreatieve functie) is om het de teken zo moeilijk mogelijk te maken om zich te vermenigvuldigen en te verspreiden. Met kennis van de leefwijze en de reproductiecyclus van de teek past de NTKC een aantal maatregelen reeds toe op terreinen en/of heeft aan eerder proeven deelgenomen. Er is niet één maatregel die in elke situatie en op elk terrein toepasbaar is. Het beheersen van teken maakt het meeste kans als we de (combinatie van) maatregelen afstemmen op de (on)mogelijkheden van elk terrein. In onderstaande tabel een korte samenvatting van effect van verschillende methodes met hun (verwachte) voor- en nadelen.
Tabel 1. Tekenbeheersing NTKC-terreinen: te verwachten effectiviteit en inspanning
Meer achtergrond over de ecologie van tekenen en onderzoek naar beheersmaatregelen lees je in de publicatie van het eerdere onderzoek van entomoloog Marieta Braks (RIVM), ecoloog Sipke van Wieren (WUR), entomoloog Willem Takken (WUR) en moleculair bioloog Hein Sprong (RIVM) Ecology and prevention of Lyme borreliosis.
Het project MIN-TEKEN, over het beperken van (besmette) tekenpopulaties door middel van het uitsluiten van grote wilde hoefdieren is een initiatief van RIVM en Wageningen UR i.s.m. NTKC.
Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.
« Eenpitter: Boven het kampvuur geroosterde knoflook - Roggebot en wegwerkzaamheden »