Met mijn partner en kindje van 2 jaar heb ik een caravan met een vaste standplaats. Daar zijn we van Pasen tot de herfst zoveel mogelijk weekenden. Dat is echt fijn, maar de winter is voor mij!
Anderhalf jaar terug ben ik lid geworden van de NTKC, juist omdat je ’s winters kan kamperen. Ik ken nog lang niet alle terreinen en dat gaat waarschijnlijk ook nog wel even duren. Ik slaap namelijk in een hangmat en dan heb je natuurlijk een terrein met bomen nodig. Hazerswoude en Den Treek zijn wat dat betreft perfect voor hangmatten. Verder heb ik een deken nodig, die ik aan de onderkant van de hangmat vastmaak, want je lijf plet je slaapzak en dan krijg je het koud. Een tarp spannen als dak en mijn bed is klaar. Als het echt koud is, warm ik voor ik ga slapen wat water, vul daar een fles mee en neem die dan lekker mee.
Ik ben een van die mensen die aan bushcraft doen en ik ga meestal met wat bushcraft-maten op pad. Dat je jezelf kan redden, dat vind ik mooi. Je bivak voorbereiden, het plezier van een klein vuurtje, ’s morgens wakker worden met het gevoel dat je de nacht goed hebt doorstaan, de rust op de terreinen en, ja, toch ook wel de uitdaging - dat maakt het echt tof.
Emiel Verdel
Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.
« Lekker lange avonden knus bij elkaar (Brenda van den Broek) - Leven met de elementen (Gert-Jan Besselink) »