Lampen op basis van een lont
Vaste brandstof
De eenvoudigste optie is het ouderwetse waxinelichtje of theelichtje. Wel is het open kaarsje windgevoelig, en het licht schijnt alle kanten op. Een open kaarslantaarn is minder windgvevoelig en richt het licht veel meer: de aluminium achterwand weerspiegelt de kaarsvlam, waardoor er aan de voorkant meer licht uit straalt dan bij een losse kaars. Genoeg zelfs om een beetje bij te lezen. Opgevouwen is hij helemaal plat op het voetje voor de kaars na en zonder kaars weegt hij circa 80 gram. Zolang de voorraad strekt te koop bij originalMostert, bekend van de telescopische tentstokken.
Met wat handigheid is zo’n kaarslantaarn ook goed na te maken, zoals de ‘Panneman-lantaarn’ hieronder, gemaakt door wijlen Jan Panneman. Voor een wat minder plat opvouwbare, maar makkelijker te maken versie vind je hier een beschrijving. Minder duurzaam, maar nóg lichter en compacter is het om zo'n lantaarntje ter plekke te construeren met een opgevouwen stukje aluminiumfolie.
Bij hogere temperaturen (met je tent vol in de zon) houden stearinekaarsen het beste stand; paraffine- en waskaarsen vallen dan vaak flauw en bovendien brandt stearine beter. De diameter van het kaarsenhoudertje van de Mostert-lantaan is 20 mm. Zulke kaarsen heb ik niet meer kunnen vinden, maar wat er dicht bij komt, zijn de stearinekaarsen Jubla van IKEA. Deze zijn 22 mm dik en 19 cm lang; snijd ze horizontaal doormidden en schraap er aan de onderkant rondom een milimeter af. Stearine wordt in het algemeen gemaakt van rundervet. Als je geen dierlijke produkten wilt gebruiken, kijk dan uit naar uit plantaardig vet gemaakte stearine (bijvoorbeeld palmstearine), maar deze is vaak wel wat zachter.
Lampolie of petroleum
Een voorbeeld van een olielamp met een platte lont is de bekende stormlantaarn. Je ziet hem soms bij toiletgebouwen op terreinen zonder elektrisch licht. Deze lantaarn, schippers noemen hem stormlantaarn en boeren stallantaarn, stamt al uit de tweede helft van de negentiende eeuw. In het midden van de vorige eeuw stond deze lantaarn bij kampeerders vooal bekend als Feuerhand, een merknaam die diende als soortnaam zoals Primus stond voor alle merken petroleumvergassers.
Zoals de schippersbenaming al zegt, deze lantaarn kan wat wind hebben. Bij veel wind, vooral als die vlagerig is, beroet het glaasje nogal snel.
Voor lampen op basis van een lont is het verschil tussen lampolie en petroleum niet relevant. Meer over deze brandstoffen in Koken op petroleum en/of lampolie.
Dat deze olielampen, maar ook de kaarsen en waxinelichtjes een glas kunnen beroeten, waarschuwt je ervoor dat de verbranding niet volledig is en er dus giftige koolmonoxide kan vrijkomen. Zorg altijd voor wat ventilatie boven in de tent (ook in de winter); de hete verbrandingsgassen zijn immers lichter dan lucht.
Gas- en vergasserlampen
Gaslampen en vergasserlampen werken alle op het principe dat de verbranding plaatsvindt binnen een ’kousje’. Dit kousje is gemaakt van katoen of nylon dat tijdens de productie is doordrenkt met de nitraten van diverse metalen. Bij eerste gebruik verbrandt het katoen en smelten de metaalverbindingen aaneen als een soort keramisch weefsel. Zolang het kousje intact is, roeten deze lampen heel weinig. De verbranding hoeft echter toch niet volledig te zijn. Zorg dus toch ook voor wat ventilatie vanwege het koolmonoxidegevaar.
Vaak zie je op de verpakking staan 'Thoriumvrij'. Vanaf het eind van de negentiende eeuw werden de kousjes gemaakt met voornamelijk thoriumnitraat. Thorium is echter een radioactief element; het gebruik is dan ook eind vorige eeuw gestopt en in 2002 verboden.
De kousjes zijn wel kwetsbaar.
Petroleum of benzine onder druk
Als je heel veel licht nodig hebt, vergelijkbaar met een 100 tot 400 Watt gloeilamp, dan ga je voor een petroleum- of benzinevergasser. Vroeger waren ze heel algemeen, ook bij marktkraamhouders. Nu zijn ze wellicht alleen bij Coleman nog goed leverbaar. Ze produceren nogal wat warmte, wat een voordeel kan zijn tijdens winterkamperen. Het aansteken kan wat gedoe (de petroleum versie moet voorverwarmd worden, net als een Primus) en geplof met zich meebrengen, maar eenmaal aan geven ze licht, heel veel licht. Helaas echter ook lawaai en de grotere heel veel lawaai.
Met een pompje moet de brandstof wel regelmatig onder druk gehouden worden.
Petroleum is een in de oliehandel goed gedefinieerd product (REACH nummer beginnend met 01-2119457273-39) met een kooktemperatuur van ongeveer 200 graden. De term 'gedearomatiseerd' duidt er niet op dat er geen parfums zoals citroenolie aan zijn toegevoegd, maar dat de giftige (schilderssyndroom) zogenaamde aromatische koolwaterstoffen zoals tolueen en xyleen er goeddeels zijn uitgehaald. Bij lampolie is het vaak minder duidelijk wat je koopt, tenzij de fles ook het REACH nummer (beginnend met 01-2119475608-26) vermeldt. Sommige lampoliën zijn gefarfumeerd of wat olie-achtig gemaakt met bijvoorbeeld paraffine en dat kan door verkoling problemen geven in de vergasser.
Kampeergas
Eigenlijk geldt het verhaal van vergasserlampen ook voor gaslampen zoals van Primus, Coleman en Campingaz. Het grote verschil is het gemak bij het aansteken. Er is geen gepomp en sommige hebben zelfs een ingebouwde piëzo-aansteker. Ze maken veel minder geluid dan de vergasserlampen, maar vooral als je ze uitzet, merk je dat ze toch behoorlijk ruisen.
TIP
Wil je een lamp op brandstof ophangen in je tent, zorg er dan voor dat hij niet valt als je tegen de lamp stoot. Als je een lijntje onder de luifel hebt kun je hem bijvoorbeeld zekeren met een paalklem.
Elektrisch
Hoofdlampjes
Hoofdlampjes zijn onder andere prettig om bij te lezen. Ze zijn stil en gaan op een setje batterijtjes of een lading vaak wel een boek lang mee. Echter, als je een tentgenoot iets wilt vertellen over je boek, kijk hem of haar dan niet recht aan want dan verblind je je gesprekspartner. Net als bij alle apparaten op een accu zit je natuurlijk met het oplaadprobleem. Je hebt ook opwindbare lampjes: na een minuut handmatig opwinden kun je een kleine tien minuten lezen. In de betere buitensportwinkels en op het internet is de keuze schier eindeloos. Wat volume en gewicht betreft is dit een goede optie voor rugzak- of fietskamperen.
Lantaarns
Ook voor elektrische lantaarns gebaseerd op leds geldt dat de keus heel groot is; kleintjes voor in de rug- of fietstas en grote voor met de auto. Bij sommige ledlantaarns is zowel de lichtopbrengst als de kleurtemperatuur, van kil tot gezellig, of zelfs de kleur te regelen. Praktisch zijn de lampen die opgeladen kunnen worden via een USB-kabeltje, dan heb je geen extra lader nodig en kun je hem bij mooi weer eventueel ook op een zonnepaneeltje aansluiten.
Er zijn ook ledlantaarns met een geïntegreerde zonnecel. Drie daarvan hebben als extra dat ze verkocht worden volgens het principe 'buy one give one': de WakaWaka en de opblaasbare LuminAID en de robuustere Little Sun Diamond. Alle zijn ontworpen met hulp aan noodgebieden in het achterhoofd; met het kopen van zo'n lantaarn subsidieer je een gratis lantaarn voor families in rampgebieden en vluchtelingenkampen. Vanwege hun beperkte volume en gewicht zijn vooral de WakaWaka en de LuminAID geschikt voor fietskampeerders.
LED op een theelichtje
Ledverlichting die brandt op een theelichtje bestaat ook! Door middel van een zogenaamde thermo-elektrische generator (TEG) kun je op de hitte van een theelichtje een paar leds laten branden zodat je ongeveer tien maal zo veel licht krijgt. De meeste energie bij verbranding gaat verloren in de vorm van warmte en die wordt met de TEG omgezet in elektriciteit (Seeberg-effect). Zie bijvoorbeeld JOI Lamp en ThermLight.
Vergelijkingstabel
Met dank aan Alma Sargentini-Kraakman en anderen
Foto's Vincent Tollenaar, Hetty Vds Justhetty van der Slik, Dries Oosterhof en Janwillem van Dijk.