Ik heb een tent, een caravan en een camper maar met de tent blijft toch het allermooiste. In de winter ga ik bovendien vooral op stap met de Zwerfgroep, dus dan wordt het vanzelf de tent. Je moet ook eigenlijk geen vast kamp hebben, ’s winters. Als je op één plaats blijft, zit je toch vrij veel stil en is het al snel te koud met een tent.
Kamperen in de winter is niet echt anders dan in andere seizoenen. Je hebt alleen een vuurtje in plaats van een zonnetje! Een stookplaats is voor mij ook wel een voorwaarde. Goed materiaal is belangrijk en wat dat betreft is de vooruitgang enorm sinds ik begon met kamperen. Vergeet ’s winters niet om een stalen pen mee te nemen om ‘voor te prikken’ als je de tent opzet. Als het vriest krijg je aluminium pennen de grond niet in, die verbuigen te makkelijk. En een andere tip: op een aantal terreintjes van Staatsbosbeheer kun je winterkamperen, daar zijn ook overdekte stookplaatsen.
Maar de beste tip is: probeer het gewoon! Kies de eerste keer droog weer en wees vooral niet bang. Je kunt net zo genieten als ’s zomers.
Trudy Fraterman
Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.
« Winterkamperen in een witte wereld (Cor van Winden) - Bescheiden-avontuurlijke natuur (Paul van der Lee) »