‘Wà doj ieleu?’ (Wat spoken jullie daar precies uit?) Een bewoner uit de omgeving van ons terrein bij Ootmarsum loopt argeloos en nieuwsgierig over het terrein. Dat levert een aardig gesprek op waarin we trots over onze club vertellen.
Een Gooische mevrouw met drie loslopende honden loopt in Huizen het terrein op, ze denken met zijn vieren dat de Zeeweg over ons terrein naar het Gooimeer loopt. We blijven vriendelijk: ‘Daar is het hek!’
Een mountainbiker stuitert in Ugchelen de trap af: ‘Oeps …’
Drie van de vele interacties met bezoekers op onze terreinen.
‘Welkom, goed volk’ is de betekenis van ons geliefde logo, maar dat geldt niet voor iedereen en niet altijd. Daarom hebben de meeste terreinen een toegangshek met daarop ons naambordje ‘Clubterrein NTKC’ en voorzien van ‘overigens art. 461 W.v.S.’
Die toevoeging levert discussie op. Staat een verbodsbepaling niet op gespannen voet met gastvrijheid? Maar de hekken zijn vaak nodig en met artikel 461 kun je een ongewenst persoon de toegang ontzeggen.
Ook de hekken zelf zorgen voor boeiende discussies. Binnen de afdeling over de vraag: wat is functioneel en passend in de omgeving? En met het hoofdbestuur: wat kost het en kunnen we het goed onderhouden?
Soms is het hek een simpele boomstam (Den Treek in Leusden), soms een degelijk afsluitbaar industriehek (Het Groene Hart aan de drukke Voorweg in Hazerswoude) of een open stalen hek met de letters NTKC (Austerlitz). Streekeigen zijn het nieuwe Twentse eiken hek van ’t Springendal (Ootmarsum), de nieuwe slagboom van De Hertenweide (Zorgvlied) en het boerenhek op Masterveld (Winterswijk).
We zijn er trots op, maar toch dat vervelende 461. Daarom staat naast ieder hek straks het nieuwe promobordje met, voor kampeerders te voet of op de fiets: ‘Wandelaars en fietsers op doortocht altijd welkom’.
Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.