We belden gewoon ergens aan (Martin van Amstel)

Terrein

Martin van Amstel heeft in 2016 de Kennemerfietstocht ontdekt. Jarenlang was hij niet langer dan een weekendje met de fiets weggeweest, maar toen zijn dochters nog klein waren fietste hij met zijn gezin zomervakanties lang door Nederland.

Vanaf dat onze dochters heel klein waren – ze zijn nu 17 en 18 – fietsten in we zomervakanties vaak drie weken lang door Nederland. Eerst met een baby in een draagzak op mijn buik, later met beide kinderen in kinderzitjes en nog weer later fietsten ze zelf. We hadden een fietskar bij ons en we kampeerden in een tipi. Hoewel we toen nog geen lid van de NTKC waren, kenden we de terreinen wel; we kampeerden er weleens als passant. Maar als we eraan toe waren om de tent op te zetten, belden we meestal gewoon aan bij een boerderij of een huis met een grote tuin en vroegen we of we daar mochten kamperen. De kinderen waren dan perfecte ijsbrekers. Op één keer na zijn we altijd heel gastvrij ontvangen. Soms werd nog snel even het gras voor ons gemaaid, of we vonden ’s ochtends een fles verse melk bij onze tent. Het was natuurlijk voordelig, maar we vonden het ook ontzettend leuk om het zo te doen.

Rugzakwandelen
Na een aantal jaar zijn we in vakanties met een rugzak in de bergen gaan wandelen, en dat doen we nu nog steeds. Een paar jaar geleden lazen we op internet over de Zwerfgroep. Rugzakwandelen in Nederland: dat leek ons eigenlijk een lachertje. Maar toen mijn vrouw en ik toch een keer meegingen, bleek dat zo leuk dat ik sindsdien geen zwerftocht meer oversla. Het fietskamperen beperkte zich ertoe dat ik bijvoorbeeld op de fiets naar een nieuwjaarsborrel op Limmen ga, of naar een werkweekend op Huizen, en daar dan een nachtje kampeer.

Kennemerfietstocht
Vorig jaar vroegen mensen uit de Zwerfgroep mij of ik eens meeging met de Kennemerfietstocht. Dat is een tiendaagse kampeerfietstocht door Nederland, soms even de grens over, ooit geïnitieerd door de Zwerfgroep en sindsdien elke zomer uitgezet door de afdeling Kennemerland. Omdat ik fietsen bijna net zo leuk vind als wandelen, zei ik na enige twijfel ja. Die twijfel had te maken met de leeftijd van de deelnemers: er fietsen vrij veel 65-plussers mee. Maar toen ik toch meedeed, vond ik het een warm bad!

Groepssfeer zonder smartphone
Iedereen fietste in z’n eigen tempo, alleen of in subgroepjes, zo’n 50 tot 65 km per dag. Overnachten deden we soms op NTKC-terreinen, soms op andere bijzondere plekken. Bijvoorbeeld in de boomgaard van een appelkweker, die ons spontaan een college gaf over het kweken en veredelen van appel- en perenrassen. ’s Avonds dronken we samen koffie, heel open en gezellig. Dan bekeken we met z’n allen wie het mooiste verhaal van die dag had. Een ouwe zwartepietenbaret die ik langs de kant van de weg had gevonden, gebruikten we daarbij als wisseltrofee. Dat gaf een groepssfeer waarbij niemand op z’n telefoon zit te kijken. Af en toe werd ik daar zo enthousiast van dat ik ook nog eens in een lied uitbarstte.
De oudste deelneemster was achter in de tachtig. Een inspirerend voorbeeld om zo lang mogelijk te blijven fietskamperen. Wie niet de hele periode mee kon, haakte later aan of eerder af. Als je zelf ook twijfelt: probeer het gewoon eens een keer!

Oude spullen zijn vaak goed genoeg
Het fijne van fietskamperen, net als van rugzakwandelen, vind ik dat je niet afhankelijk bent van ander vervoer. Je verplaatst jezelf! Dat geeft een groot gevoel van vrijheid. Het tempo waarin je je verplaatst is ook belangrijk: reizen per fiets is een andere ervaring dan per vliegtuig. Voor mijn gevoel klopt het beter.
Wat uitrusting betreft geef ik weinig om gelikt, geavanceerd materiaal. Ik fiets op een ouwe, opgeknapte mountainbike. Tijdens de Kennemerfietstocht kampeerde ik met een open tarp, die ik opzette met takken uit het bos. Het zit hem niet in de duurste of in de nieuwste spullen. Persoonlijk vind ik het oude vaak goed genoeg, of zelfs beter.

Meer over fietskamperen


Gepubliceerd op woensdag 13 januari 2016

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Nieuwjaar op De Haan - Op de fiets zie je meer (Ivar Bethlehem) »