Op een zelf samengestelde fiets (Eric Bloembergen)

Eric Bloembergen fietste op zijn eenentwintigste met twee vrienden richting de Noordkaap. Niet veel later legde hij zich toe op bergwandelen en nog weer later op bergbeklimmen, maar de laatste jaren pakt hij het fietsen weer op.

Een paar keer per jaar trek ik er in mijn eentje op de fiets met een minitentje achterop een week op uit. Twee jaar geleden ben ik vanaf een camping in Noord-Nederland naar Denemarken op en neer gefietst. Vorig jaar in Schotland fietste ik over verlaten spoorbanen. De afstand die ik afleg varieert van dertig tot honderden kilometers per dag.

Eigen baas
Op basis van kaart en kompas zoek ik leuke weggetjes door dorpjes. Sommige dagen fiets ik continu in hoog tempo door, andere dagen blijf ik ergens staan. In Duitsland en Denemarken kun je bij boerderijen aankloppen en dan mag je je tent voor een nachtje neerzetten. Bij zonsopgang ben ik weer weg, binnen een paar minuten zit alles in de tassen. Wildkamperen doe ik ook wel; vanuit mijn alpinistenachtergrond ben ik dat gewend.
Het leuke aan zo’n fietsweek vind ik de eenzaamheid, het gevoel mijn eigen baas te zijn. Ik fiets in mijn eigen tempo en zoek gekke weggetjes, half of onverhard. Ik neem de tijd om met mensen te praten en gekke dingen te bekijken onderweg.

Superfiets
Fietsreparaties doe ik bijna allemaal zelf, al heel jong heb ik dat mezelf aangeleerd. Verschillende keren heb ik een nieuwe fiets samengesteld. De laatste keer kocht ik via Marktplaats voor € 90,- een tweedehands mountainbike met een heel degelijk frame. Alleen het frame heb ik behouden en de rest door nieuw vervangen. Wat je nu ziet is een oude Raleigh, maar wat erin zit is anno 2012. Alle bouten en moertjes heb ik vervangen tot hooguit twee maten, en allemaal inbus. Dat beperkt zowel de hoeveelheid gereedschap als de hoeveelheid reserveonderdelen die je nodig hebt. Zeker als je ver weg gaat is dat handig. En ik gebruik extra sterke spaken en velgen. Dan heb je niet meteen een gebroken spaak of een deuk in je velg als je over ongebaand terrein in een gat rijdt.

Strakke tentjes
Kamperen doe ik al sinds mijn zestiende, maar lid van de NTKC werd ik pas eind 2016. Ik kende de club al langer, maar dacht ‘laat maar zitten’ vanwege de regeltjes. Een tipi zou bijvoorbeeld te groot zijn. Wel had ik me aangemeld bij de NTKC-Facebookgroep, en de verhalen die ik daar las waren voor mij aanleiding om toch lid te worden. Toen ik in november 2016 op een werkweekend op Texel was, viel me op hoe mooi en strak alle tentjes stonden. Het leek wel een klimmerskamp in de bergen. Iedereen ging zorgvuldig om met zijn gedegen, vaak wat oudere kampeerspullen – daar herkende ik me in.
Reden om lid te worden was ook de wens om in de komende jaren samen met mijn zoontje in een weekend af en toe naar een van de terreinen in de buurt te fietsen: naar Huizen, Limmen of Hazerswoude. En daar dan een nachtje te kamperen en bij het kampvuur te zitten.

Meer over fietskamperen


Gepubliceerd op maandag 13 februari 2017

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Vrijheid, avontuur, contact (Bernard en Marie Dragtsma) - De Brobbelbies voor 'Breakout Run' liefhebbers »