Een goede uitrusting en dan maar wandelen (Casper van den Ende)

Mijn eerste kampeerervaring, ik ben geboren in de zomer, was diezelfde zomer en inderdaad, dat was bij de NTKC. Winterkamperen deed ik voor het eerst met de Jeugdsectie. Van mijn 16e tot mijn 23e heb ik nagenoeg alle kampjes meegemaakt, dus ook 's winters.

Schaatskampjes op het Haantje, steevast met storm maar zonder te kunnen schaatsen. Een winterkamp op Huizen met bevroren eieren, brood, cola, boter én: smeerbare pindakaas. Op het Gooimeer konden we schaatsen, maar toen had ik mijn schaatsen weer niet bij me… Loopkampjes in december, met de Zwerfgroep en de Jeugdsectie, lekker weg met de rugzak. Dat was met katoenen noktenten, een Primus petroleumvergasser, aluminium pannen, een slaapzak met een katoenen tijk én een lakenzak, een spijkerbroek en houthakkersbloes. En toen ging ik bij Zwerfkei werken. Je begrijpt wel, in die jaren heb ik mijn uitrusting geoptimaliseerd.

Momenteel doe ik het weinig. Vanwege mijn werk heb ik niet heel vaak een weekendje vrij om lekker met de rugzak er op uit te trekken. Tijdens de zomervakantie kamperen we gelukkig nog wel vaak. Als je dan de hele maand mei naar Zweden gaat, kun je zelfs tijdens je zomervakantie nog wel winterkamperen!

Het lekkerste kampeergevoel is wanneer je wakker wordt in een stille donkere tent, diep in je warme slaapzak, terwijl je weet dat het niet leuk is om uit die warmte te stappen om je aan te gaan kleden. Maar áls je dan uit die slaapzak en tent bent en je de zon kunt zien opkomen, dan is dat wel een heel mooi gevoel van één zijn met de natuur.

Een goede uitrusting is belangrijk. Mijn tent voor kamperen in de winter is stevig genoeg om sneeuw op te kunnen vangen, heeft een klein luifeltje, twee uitgangen, een slaaplengte van ruim 2,5 meter en is zeer stormvast. Mijn brander is een MSR Dragonfly die als voordeel heeft dat je de branderkop niet hoeft voor te verwarmen met spiritus – want spiritus wil als het vriest eigenlijk niet branden. Mijn winterslaapzak heeft een volledig kunststof tijk met ganzendons als vulling. En: mijn winter- en zomerslaapzak passen zelfs in elkaar, als we hele extreme plannen zouden maken.

Kleding heb ik in de loop van 6 jaar stuk voor stuk aangeschaft. Het belangrijkste artikel voor de winter? Donssloffen van Joutsen. Op het eerste gezicht nutteloos en duur, tot je ze hebt! In de tent ’s avonds nooit koude voeten, in je slaapzak ’s nachts kun je gewoon veel lagere temperaturen aan. Overigens slaap ik nagenoeg naakt in mijn slaapzak, zonder lakenzak, maar dus wel mét donsslofjes en kapuchon (mummyslaapzak).
Laat alles thuis waarvan je niet 100% zeker weet dat je het zal gebruiken. En proef eens van spulletjes in de betere kampeerwinkels. Veel mensen zijn een beetje bang om nieuwe dingen te proberen. Maar niet alles was vroeger beter, net zo min als dat oud fout is. Ja, het is duur, maar de huidige materialen zijn zo veel beter. Koop liever één keer iets goeds, dan drie keer iets van mindere kwaliteit. Overigens is die tip afkomstig van mijn opa, die ook jaren in de club heeft rondgezworven!

Casper van den Ende

Meer over winterkamperen


Gepubliceerd op woensdag 1 januari 2014

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Nieuwe pagina over winterkamperen - Kampvuren, tentkachels en vuurschalen: wat kan waar? »